Broeders en zusters, in de dagen van zijn sterfelijk leven heeft Christus onder luid geroep en geween gebeden en smekingen opgedragen aan God, die Hem uit de dood kon redden. Hoewel Hij zijn Zoon was, heeft Hij moeten lijden, en zo heeft Hij gehoorzaamheid geleerd. En toen Hij naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd Hij voor allen die Hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding,
Bij U Heer, zoek ik mijn toevlucht, stel mij toch nimmer teleur Rechtvaardige God, bevrijd mij aanhoor mij en red mij met spoed Rechtvaardige God, bevrijd mij aanhoor mij en red mij met spoed Want altijd zijt Gij mijn rots en mijn vestig, uw Naam is mijn leider en gids. Want altijd zijt Gij mijn rots en mijn vestig, uw Naam is mijn leider en gids. In uw hand leg ik mijn leven, Heer, trouwe God, U verlost mij. Maar ik vertrouw op U, Heer, ik zeg: U bent mijn God, in uw hand liggen mijn lot en mijn leven, bevrijd mij uit de greep van mijn vijanden en vervolgers. Hoe groot zijn uw weldaden, Heer, die Gij hebt bestemd voor hen die U vrezen Gij schenkt ze aan ieder die tot U komt, voor alle mensen waarneembaar.
In die tijd stonden bij Jezus' kruis zijn moeder, de zuster van zijn moeder, Maria de vrouw van Klopas en Maria Magdalena. Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: 'Vrouw, zie daar uw zoon.' Vervolgens zei Hij tot de leerling: 'Zie daar uw moeder.' En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich in huis.
Het martelaarschap van de Maagd wordt zowel gesuggereerd door de profetie van Simeon als door het lijdensverhaal van de Heer zelf. Deze,“ zei de oude man, sprekend over het kind Jezus, ”is opgericht als een teken van tegenspraak, en u zelf,“ voegde hij eraan toe, terwijl hij zich tot Maria richtte, ”zal een zwaard zijn ziel laten doorboren" (Lc. 2, 34-35). Ja, gezegende Moeder, een zwaard doorboorde uw ziel, en bovendien drong het alleen door haar heen in het vlees van uw Zoon. Sterker nog, toen uw Jezus - die van iedereen is, maar vooral van u - de geest had gegeven, bereikte de wrede lans zijn ziel niet. Als het Hem niet spaarde - zelfs in de dood - en zijn zijde opensneed, kon het Hem geen pijn meer doen. Maar uw ziel, werd doorboord: op dat moment was de Zijne er niet meer, maar de uwe kon zich absoluut niet van Hem afkeren (...) Misschien zal iemand zeggen: “Wist ze niet van tevoren dat Hij moest sterven?” Ja, ongetwijfeld. "Hoopte ze niet dat Hij onmiddellijk weer zou opstaan? Ja, in alle vertrouwen. “Heeft ze daarna geleden toen Hij gekruisigd werd?” Zeker, en met wat voor geweld! Wie ben jij dan, broeder, en waarom ben je zo wijs om je meer te verbazen over het medelijden van Maria dan over de passie van de Zoon van Maria? Hij was in staat om de dood van het lichaam te sterven en zij had niet met Hem kunnen sterven aan het hart? Hier is het het werk van een liefde die niemand kan overtreffen; hier is het het resultaat van een liefde die na de eerste nooit haar gelijke had.
Van de berg Hor trokken de Israëlieten op in de richting van de Rode Zee, om rond het land van Edom te trekken. Maar door die tocht werd het volk ongeduldig, Het keerde zich tegen God en tegen Mozes: “Hebt gij ons uit Egypte gevoerd om te sterven in de woestijn? Er is geen brood, er is geen water en dat minderwaardige eten staat ons tegen.” Toen zond de Heer giftige slangen op het volk af. Deze beten de Israëlieten en velen van hen vonden de dood. Nu kwam het volk naar Mozes en zei: “Wij hebben gezondigd, want wij hebben ons tegen de Heer en tegen u gekeerd. Bid de Heer, dat hij die slangen van ons wegneemt.” Toen bad Mozes voor het volk en de Heer zei tot hem: “Maak zo'n giftige slang en zet die op een paal. Iedereen die gebeten is en er naar opziet, zal in leven blijven.” Mozes maakte een bronzen slang en zette die op een paal. Ieder die door een slang was gebeten en zijn ogen op de bronzen slang richtte, bleef in leven.